Shabbat Shalom!
Welkom bij Acharei Mot / Kedoshim
- de Profetische lezing van deze week.
Profetie 79, 123, 149;
Leviticus 16:1-20:27;
Ezechiël 22:1-19;
Mattheüs 15:10-20;
Ezechiël 22:1-19;
22
1 Het woord van YAHUVEH kwam tot mij:
2 En u, mensenkind, wilt u berechten, wilt u de bloedstad berechten? Dan moet u
haar al haar gruweldaden bekendmaken.
3 U moet zeggen: Zo zegt Adonai YAHUVEH: Stad die bloed vergiet in haar midden,
zodat haar tijd gekomen is, en die stinkgoden voor zichzelf gemaakt heeft om
zich te verontreinigen –
4 door uw bloed, dat u vergoten hebt, bent u schuldig geworden en door uw
stinkgoden, die u gemaakt hebt, hebt u zich verontreinigd. U hebt uw dagen
dichtbij gebracht en bent tot uw jaren gekomen. Daarom heb Ik u aan de
heidenvolken overgegeven tot smaad en aan al de landen tot spot.
5 Zij die dicht bij u zijn en ver bij u vandaan zijn, drijven de spot met u,
onreine van naam en vol verwarring!
6 Zie, de vorsten van Israël zijn in u geweest, ieder vertrouwde op zijn eigen
kracht om bloed te vergieten.
7 Vader en moeder hebben zij bij u veracht. In uw midden hebben zij de
vreemdeling met afpersing bejegend. Wees en weduwe hebben zij bij u uitgebuit. (Jes
1:17, Jak 1:27)
8 De voor Mij geheiligde gaven hebt u veracht en Mijn sabbatten hebt u
ontheiligd.
9 Lasteraars zijn bij u geweest om bloed te vergieten en zij hebben op de bergen
bij u gegeten. In uw midden hebben zij zich schandelijk gedragen.
10 De schaamte van de vader heeft men bij u ontbloot. Haar die vanwege
afzondering onrein was, hebben zij bij u verkracht.
11 De een heeft een gruweldaad gedaan met de vrouw van zijn naaste. De ander
heeft zijn schoondochter door schandelijk gedrag verontreinigd. Weer een ander
heeft zijn zuster, de dochter van zijn vader, bij u verkracht.
12 Zij hebben bij u geschenken aangenomen om bloed te vergieten. Rente en winst
hebt u genomen, u hebt uw naaste door afpersing afgezet, en u bent Mij vergeten,
spreekt Adonai YAHUVEH.
13 Zie nu, Ik sla Mijn handen ineen om uw winstbejag, waar u op uit bent geweest,
en om uw bloed, dat in uw midden heeft gevloeid.
14 Zal uw hart het volhouden of zullen uw handen sterk genoeg zijn in de dagen
dat Ik met u ga afrekenen? Ík, YAHUVEH, heb gesproken, en zal het doen.
15 Ik zal u verspreiden onder de heidenvolken, Ik zal u verstrooien over de
landen en Ik zal aan uw onreinheid onder u een einde maken.
16 Zo zult u door eigen toedoen voor de ogen van de heidenvolken ontheiligd
worden. Dan zult u weten dat Ik YAHUVEH ben.
17 Het woord van YAHUVEH kwam tot mij:
18 Mensenkind, zij die van het huis van Israël zijn, zijn voor Mij schuim
geworden. Zij zijn allen koper, tin, ijzer en lood, midden in een oven. Zij zijn
schuim van zilver geworden.
19 Daarom, zo zegt Adonai YAHUVEH: Omdat u allen schuim bent geworden, zie,
daarom breng Ik u bijeen in het midden van Jeruzalem.
Mattheüs 15:10-20
10 En toen Hij de menigte bij Zich geroepen had, zei Hij tegen hen: Luister en
begrijp het goed:
11 Wat de mond ingaat, verontreinigt de mens niet; maar wat de mond uitkomt, dat
verontreinigt de mens.
12 Toen kwamen Zijn discipelen naar Hem toe en zeiden tegen Hem: Weet U wel dat
toen de Farizeeën dit woord hoorden, zij er aanstoot aan namen?
13 Maar Hij antwoordde en zei: Elke plant die Mijn hemelse Vader niet geplant
heeft, zal uitgetrokken worden.
14 Laat hen gaan; het zijn blinde geleiders van blinden. Als nu een blinde een
blinde geleidt, zullen zij beiden in een kuil vallen.
15 Petrus antwoordde en zei tegen Hem: Verklaar ons deze gelijkenis.
16 Maar YAHUSHUA zei: Bent ook u nog altijd onwetend?
17 Ziet u niet in dat alles wat de mond ingaat, in de buik komt en in de
afzondering weer uitgescheiden wordt?
18 Maar de dingen die uit de mond komen, komen voort uit het hart, en die
verontreinigen de mens.
19 Want uit het hart komen voort kwaadaardige overwegingen, alle moord, overspel,
ontucht, diefstal, valse getuigenissen, lasteringen.
20 Deze dingen zijn het die de mens verontreinigen; maar het eten met ongewassen
handen verontreinigt de mens niet.