Shabbat Shalom!
Welkom bij Chukat - Statuut of Decreet / Balak - Éen Die Afval Laat Liggen
- de Profetische lezing van deze week.


Profetie 42, 47, 87;
Numeri 19:1-25:9
Micha 5:6-6:8 (in NL Micha 5:5-6:8)
Hebreeën 9:1-28

Micha 5:6-6:8

5

5 Zij zullen het land van Assur weiden met het zwaard, het land van Nimrod met getrokken zwaarden. Zo zal Hij ons redden van Assur, wanneer die in ons land zal komen en wanneer die ons gebied zal betreden.
6 Het overblijfsel van Jakob zal zijn te midden van vele volken als dauw van YAHUVEH, als regendruppels op het gewas, dat niet uitziet naar iemand en niet hoopt op mensenkinderen.
7 Ja, het overblijfsel van Jakob zal onder de heidenvolken zijn, te midden van veel volken, als een leeuw onder de dieren van het woud, als een jonge leeuw onder de schaapskudden, die, wanneer hij erdoorheen trekt, vertrapt en verscheurt, en er is niemand die redt.
8 Uw hand zal verhoogd zijn boven uw tegenstanders en al uw vijanden zullen uitgeroeid worden.
9 Op die dag zal het gebeuren, spreekt YAHUVEH, dat Ik uw paarden uit uw midden zal uitroeien en dat Ik uw wagens zal doen vergaan.
10 Ik zal de steden van uw land uitroeien en Ik zal al uw vestingen afbreken.
11 Ik zal de toverijen uit uw hand uitroeien en u zult geen wolkenduiders meer hebben.
12 Ik zal uw afgodsbeelden en uw gewijde stenen uit uw midden uitroeien, zodat u zich niet meer zult neerbuigen voor het werk van uw handen.
13 Ik zal uw gewijde palen uit uw midden wegrukken en uw steden wegvagen.
14 Ik zal in toorn en in grimmigheid wraak doen aan de heidenvolken die niet willen luisteren.

*~Micha hoofdstuk 6 ~*


1 Luister toch naar wat YAHUVEH zegt: Sta op, roep de bergen ter verantwoording, laat de heuvels uw stem horen.
2 Luister, bergen, naar de rechtszaak van YAHUVEH, ook u, vaste fundamenten van de aarde.
YAHUVEH heeft immers een rechtszaak met Zijn volk, Hij voert een rechtszaak tegen Israël.
3 Mijn volk, wat heb Ik u aangedaan? Waarmee heb Ik u vermoeid? Getuig tegen Mij!
4 Ik heb u immers uit het land Egypte geleid, u verlost uit het slavenhuis. Ik heb Mozes, Aäron en Mirjam vóór u uit gezonden.
5 Mijn volk, denk toch aan wat Balak, de koning van Moab, beraamde, en wat Bileam, de zoon van Beor, hem antwoordde, aan wat er gebeurd is van Sittim tot Gilgal, opdat u de gerechtigheid van YAHUVEH kent.
6 Waarmee zal ik YAHUVEH tegemoet gaan en mij buigen voor de hoge Elohim? Zal ik Hem tegemoet gaan met brandoffers, met eenjarige kalveren?
7 Zou YAHUVEH behagen scheppen in duizenden rammen, in tienduizenden oliebeken? Zal ik mijn eerstgeborene geven voor mijn overtreding, de vrucht van mijn moederschoot voor de zonde van mijn ziel?
8 Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is.En wat vraagt YAHUVEH van u anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw Elohim.

Hebreeën 9:1-28

1 Nu had ook het eerste verbond verordeningen voor de eredienst en het aardse heiligdom.
2 Er was immers een tabernakel ingericht en in het eerste gedeelte daarvan was de kandelaar en de tafel met de toonbroden. Dat werd het heilige genoemd.
3 Maar achter het tweede voorhangsel was het gedeelte van de tabernakel dat het heilige der heiligen werd genoemd,
4 met een gouden wierookvat en de ark van het verbond, die geheel met goud overtrokken was. In deze ark lagen de gouden kruik met het manna en de staf van Aäron, die gebloeid had, en de stenen tafelen van het verbond.
5 En boven op deze ark waren de cherubs van Gods heerlijkheid, die het verzoendeksel overschaduwden. Over deze dingen zullen wij nu niet stuk voor stuk spreken.
6 Dit alles was dus zo ingericht. In het eerste deel van de tabernakel gingen de priesters voortdurend binnen om de diensten te volbrengen.
7 In het tweede deel echter ging alleen de hogepriester eenmaal per jaar binnen, niet zonder bloed, dat hij voor zichzelf offerde en voor de afdwalingen van het volk.
8 Daarmee maakte de Heilige Geest dit duidelijk dat de weg naar het heiligdom nog niet openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog in gebruik was.
9 Deze was een zinnebeeld voor de tegenwoordige tijd. In overeenstemming daarmee werden er gaven en slachtoffers geofferd die niet in staat waren om hem die de dienst verrichtte, wat zijn geweten betreft tot volmaaktheid te brengen.
10 Het betrof hier alleen voedsel en dranken en verscheidene wassingen, vleselijke verordeningen, die opgelegd waren tot op de tijd van de betere orde.
11 Maar toen is Messias verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is.
12 Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.
13 Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees,
14 hoeveel te meer zal het bloed van Messias, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan YAHUVEH geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende Elohim te dienen!
15 En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe testament, opdat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen.
16 Immers, waar een testament is, daar is het noodzakelijk dat de dood van de maker van het testament vastgesteld wordt.
17 Want een testament is bindend na iemands dood. Het wordt immers nooit van kracht zolang de maker van het testament nog leeft.
18 Daarom is ook het eerste niet zonder bloed ingewijd.
19 Want nadat elk gebod overeenkomstig de wet aan heel het volk door Mozes meegedeeld was, nam hij het bloed van de kalveren en van de bokken met water en scharlakenrode wol en hysop, en besprenkelde het boek zelf en heel het volk,
20 terwijl hij zei: Dit is het bloed van het verbond dat YAHUVEH u bevolen heeft te houden.
21 Ook de tabernakel en ook al de voorwerpen voor de eredienst besprenkelde hij op dezelfde manier met het bloed.
22 En bijna alles wordt volgens de wet door bloed gereinigd, en zonder het vergieten van bloed vindt er geen vergeving plaats.
23 Het was dus noodzakelijk dat de afbeeldingen van de dingen die in de hemelen zijn, hierdoor gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelf door betere offers dan deze.
24 Want Messias is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van YAHUVEH te verschijnen voor ons,
25 en dat niet om Zichzelf dikwijls te offeren, zoals de hogepriester elk jaar in het heiligdom binnengaat met vreemd bloed.
26 Want dan had Hij vanaf de grondlegging van de wereld dikwijls moeten lijden. Maar nu is Hij bij de voleinding van de eeuwen eenmaal geopenbaard om de zonde teniet te doen door het offer van Zichzelf.
27 En zoals het voor de mensen beschikt is dat zij eenmaal moeten sterven en dat daarna het oordeel volgt,
28 zo zal ook Messias, Die eenmaal geofferd is om de zonden van velen weg te dragen, voor de tweede keer zonder zonde gezien worden door hen die Hem verwachten tot zaligheid.