Shabbat Shalom!
Welkom bij Shemini Atzeret / Achtste Dag van Vergadering
- de Profetische lezing van deze week.
Profetie 18, 69, 120;
Deuteronomium 14:22-16:17
Numeri 29:35-30:1
1 Koningen 8:54-8:66
Mattheüs 17:1-9
Markus 12:28-33
1 Koningen 8:54-8:66
8
54 Het gebeurde nu, toen Salomo geëindigd had heel dit gebed en deze
smeekbede tot YAHUVEH te bidden, dat hij van voor het altaar van YAHUVEH van het
knielen op zijn knieën opstond en zijn handen uitspreidde naar de hemel.
55 Zo stond hij daar en zegende heel de gemeente van Israël en zei met luide
stem:
56 Gezegend zij YAHUVEH, Die Zijn volk Israël rust gegeven heeft, overeenkomstig
alles wat Hij gesproken heeft! Niet één woord is gevallen van al Zijn goede
woorden, die Hij gesproken heeft door de dienst van Mozes, Zijn dienaar.
57 Moge YAHUVEH, onze GOD, met ons zijn, zoals Hij met onze vaderen is geweest.
Moge Hij ons niet verlaten en ons niet in de steek laten,
58 door ons hart voor Zich te winnen, zodat wij in al Zijn wegen gaan en Zijn
geboden, Zijn verordeningen en Zijn bepalingen, die Hij onze vaderen geboden
heeft, in acht nemen.
59 Laten deze woorden van mij, waarmee ik voor het aangezicht van YAHUVEH
gesmeekt heb, dag en nacht dicht bij YAHUVEH, onze GOD, zijn, zodat Hij het
recht van Zijn dienaar en het recht van Zijn volk Israël doet, de zaak van een
dag op zijn dag,
60 opdat alle volken van de aarde weten: YAHUVEH, Hij is GOD en niemand anders.
61 Laat uw hart volkomen met YAHUVEH, onze GOD, zijn, door te wandelen
overeenkomstig Zijn verordeningen en Zijn geboden in acht te nemen, zoals op
deze dag.
62 De koning nu, en heel Israël met hem, bracht offers voor het aangezicht van
YAHUVEH.
63 Salomo bracht een dankoffer dat hij aan YAHUVEH offerde: tweeëntwintigduizend
runderen en honderdtwintigduizend schapen. Zo wijdden de koning en alle
Israëlieten het huis van YAHUVEH in.
64 Op die dag heiligde de koning het midden van de voorhof, die vóór het huis
van YAHUVEH ligt, omdat hij daar het brandoffer en het graanoffer had bereid met
het vet van de dankoffers, want het koperen altaar, dat voor het aangezicht van
YAHUVEH stond, was te klein om de brandoffers, de graanoffers en het vet van de
dankoffers te bevatten.
65 In die tijd hield Salomo ook het feest, en heel Israël met hem, een grote
menigte, vanaf Lebo-Hamath tot de Beek van Egypte, voor het aangezicht van
YAHUVEH, onze GOD, zeven dagen en nog eens zeven dagen: veertien dagen.
66 Op de achtste dag liet hij het volk gaan en zij zegenden de koning. Daarna
gingen zij naar hun tenten, blij en welgemoed over al het goede dat YAHUVEH aan
Zijn dienaar David, en aan Zijn volk Israël, had gedaan.
Mattheüs 17:1-9
1 En na zes dagen nam YAHUSHUA Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, met
Zich mee en bracht hen op een hoge berg, alleen hen.
2 En Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de
zon en Zijn kleren werden wit als het licht.
3 En zie, aan hen verschenen Mozes en Elia, die met Hem spraken.
4 Petrus antwoordde en zei tegen YAHUSHUA: Meester, het is goed dat wij hier
zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een,
en een voor Elia.
5 Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een
stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb;
luister naar Hem!
6 En toen de discipelen dit hoorden, wierpen zij zich met het gezicht ter aarde
en werden zeer bevreesd.
7 En YAHUSHUA kwam bij hen, raakte hen aan en zei: Sta op en wees niet bevreesd.
8 Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan YAHUSHUA alleen.
9 En toen zij van de berg afdaalden, gebood YAHUSHUA hun: Vertel niemand van wat
u gezien hebt, totdat de Zoon van GOD opgestaan is uit de doden.
Markus 12:28-33
28 En een van de schriftgeleerden, die hen hoorde redetwisten en wist dat Hij
hun goed geantwoord had, kwam naar Hem toe en vroeg Hem: Wat is het eerste van
alle geboden?
29 En YAHUSHUA antwoordde hem: Het eerste van alle geboden is: (Sh’ma Yisra’el,
YAHUVEH Eloheinu, YAHUVEH echad) Luister, Israël! YAHUVEH, onze GOD, YAHUVEH is
één. (echad)
30 En u zult YAHUVEH, uw GOD, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en
met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod. [a]
31 En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.
[b] Er is geen ander gebod groter dan deze.
32 En de schriftgeleerde zei tegen Hem: Juist, Meester, U hebt naar waarheid
gezegd dat YAHUVEH één (echad) is, en er is geen ander dan Hij.
33 En Hem lief te hebben met heel het hart en met heel het verstand en met heel
de ziel en met heel de kracht, en de naaste lief te hebben als zichzelf, is meer
dan alle brandoffers en slachtoffers.