Shabbat Shalom!
Welkom bij Rosh HaShanah - Begin van het jaar
- de Profetische lezing van deze week.
Profetie 41, 76, 82;
Genesis 21:1-22:24
Numeri 29:1-6
Jeremia 31:1-19
Mattheüs 24:29-36
1 Thess 4:13-18
1 Cor 15:51-54
Jeremia 31:1-19
31
1 In die tijd, spreekt YAHUVEH, zal Ik al de geslachten van Israël tot een
Elohim zijn, en zíj zullen Mij tot een volk zijn.
2 Zo zegt YAHUVEH: Het volk dat aan het zwaard ontkomen was, heeft genade
gevonden in de woestijn, toen Ik op weg ging om hem, Israël, tot rust te brengen.
3 Van verre tijden af is YAHUVEH aan mij verschenen: Met eeuwige liefde heb Ik u
liefgehad, daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid.
4 Ik zal u weer bouwen en u zult gebouwd worden, maagd Israël. Opnieuw zult u
zich tooien met uw tamboerijnen, opnieuw zult u uittrekken in een reidans van
vrolijke mensen. (Jer 30:19)
5 Opnieuw zult u wijngaarden planten op de bergen van Samaria: de planters
zullen planten en de vruchten genieten.
6 Want er zal een dag zijn dat de wachters zullen roepen op het bergland van
Efraïm: Sta op, laten wij opgaan naar Sion, naar YAHUVEH, onze Elohim!
7 Want zo zegt YAHUVEH: Zing vrolijk over Jakob, met blijdschap! Juich om het
hoofd van de heidenvolken! Laat het horen, prijs Hem en zeg: Verlos Uw volk,
YAHUVEH, het overblijfsel van Israël.
8 Zie, Ik doe hen komen uit het land van het noorden, Ik zal hen bijeenbrengen
van de uithoeken van de aarde; onder hen zijn blinden en verlamden, zwangeren en
barenden met elkaar: met een grote menigte zullen zij hierheen terugkomen.
9 Onder geween zullen zij komen, onder smeekbeden zal Ik hen leiden. Ik zal hen
doen gaan naar waterbeken, op een rechte weg, waarop zij niet zullen struikelen,
want Ik ben Israël tot een Vader, en Efraïm – Mijn eerstgeborene is hij.
10 Hoor het woord van YAHUVEH, heidenvolken, verkondig het in de kustlanden van
ver weg, en zeg: Hij Die Israël verstrooid heeft, zal het weer bijeenbrengen en
het hoeden, zoals een herder zijn kudde hoedt.
11 Want YAHUVEH heeft Jakob vrijgekocht, en hem verlost uit de hand van hem die
sterker was dan hij.
12 Zij zullen komen en juichen op de hoogte van Sion, zij zullen toestromen naar
het goede van YAHUVEH: naar het koren, naar de nieuwe wijn en naar de olie, naar
de lammeren en runderen. Hun ziel zal zijn als een bevloeide hof, zij zullen
voortaan niet meer treurig zijn.
13 Dan zullen jonge vrouwen zich verblijden in een reidans, ook de jongemannen
en de ouderen met elkaar. Ik zal hun rouw veranderen in vreugde, Ik zal hen
troosten, Ik zal hen blij maken na hun verdriet.
14 Ik zal de ziel van de priesters verzadigen met vet, Mijn volk zal met het
goede van Mij verzadigd worden, spreekt YAHUVEH.
15 Zo zegt YAHUVEH: Er is een stem gehoord in Rama, een rouwklacht, een zeer
bitter geween: Rachel weent over haar kinderen. Zij weigert zich te laten
troosten over haar kinderen, want zij zijn er niet meer.
16 Zo zegt YAHUVEH: Bedwing uw stem van geween, en uw ogen van tranen, want er
is loon voor uw werk, spreekt YAHUVEH. Zij zullen uit het land van de vijand
terugkomen,
17 en er is hoop voor uw nakomelingen, spreekt YAHUVEH, uw kinderen zullen
terugkomen naar hun gebied.
18 Ik heb zeker gehoord dat Efraïm zichzelf beklaagt: U hebt mij gestraft, ik
ben gestraft als een ongetemd kalf. Bekeer mij, dan zal ik bekeerd zijn, want U
bent YAHUVEH, mijn Elohim.
19 Want nadat ik bekeerd was, heb ik berouw gekregen. Nadat ik met mijzelf
bekend ben gemaakt, heb ik mij op de heup geslagen. Ik ben beschaamd, ja, ook te
schande geworden, omdat ik de smaad van mijn jeugd meedraag.
Mattheüs 24:29-36
29 En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de
maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en
de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.
30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon van YAH verschijnen; en dan
zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des
mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en
heerlijkheid. (Dan. 7:13)
31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen
Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste
van de hemelen tot het andere uiterste ervan.
32 Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de
bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is.
33 Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor
de deur.
34 Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze
dingen gebeurd zijn.
35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet
voorbijgaan.
36 Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel
niet, maar alleen aan Mijn Vader.
1 Thess 4:13-18
13 Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die
ontslapen zijn, opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop
hebben.
14 Want als wij geloven dat YAHUSHUA gestorven en opgestaan is, zal ook Elohim
op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem.
15 Want dit zeggen wij u met een woord van Elohim, dat wij die levend zullen
overblijven tot de komst van de Meester, de ontslapenen beslist niet zullen
voorgaan.
16 Want de Meester Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en
met een bazuin van YAHUVEH neerdalen uit de hemel. En de doden die in Messias
zijn, zullen eerst opstaan.
17 Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen
worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Meester in de lucht. En zo
zullen wij altijd bij de Meester zijn.
18 Zo dan, troost elkaar met deze woorden.
1 Cor 15:51-54
51 Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar
wij zullen allen veranderd worden,
52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de
bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden,
en ook wij zullen veranderd worden.
53 Want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit
sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden.
54 En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben,
en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het
woord geschieden dat geschreven staat: De dood is verslonden tot overwinning. (Jes.
25:8)